Het turbulente leven van Charley Crockett

Het turbulente leven van Charley Crockett

Nieuws

Het zal Charley Crockett niet deren, maar eigenlijk is het een belediging dat de Texaanse artiest op 16 september in de Kleine Zaal staat. Het deerde Crockett immers ook niet toen hij tijdens de TakeRoot-editie van vorig jaar geprogrammeerd stond in de foyer. Klein of groot, het maakt hem niets uit. De 39-jarige voormalige straatartiest stond een jaar geleden nog als special guest met Willie Nelson in een uitverkocht Rumsey Playfield in het New Yorkse Central Park, waarvoor de tickets à 100 dollar in no time waren uitverkocht. Als hij maar kan spelen. Want van spelen wordt je goed. In zijn eigen woorden: “Ik heb een lange weg moeten gaan maar het succes was onvermijdelijk. Als je maar niet stopt word je vanzelf goed.”

Dat die weg lang was, vol kronkelwegen en gevaarlijke afgronden, blijkt uitzijn levensverhaal, dat leest als een filmscript van een schrijver die elke bizarre plotwending geniaal vindt. Dat is ook precies de reden dat veel mensen aan dat verhaal twijfelen. Toch is er geen letter van gelogen. Tien jaar lang deed hij niets anders dan dwars door de Verenigde Staten liften en treinhoppen, hij stond op elke straathoek van Parijs en andere Europese steden en hij verbleef een half jaar op het platteland van Marokko. Voordat dit leven on the road een aanvang nam had hij al een forse aanvaring gehad met de rechterlijke macht. Op zijn 19e raakte hij betrokken bij een miljoenenfraude met aandelen. Later ontliep hij ternauwernood een jarenlange gevangenisstraf vanwege het vervoeren van hoeveelheden wiet door heel Amerika. Het bleef bij een maandje brommen. Daar komt nog bij dat Crockett geboren is met een zeldzame hartafwijking die op latere leeftijd plots levensbedreigend bleek te zijn. Na een aantal operaties in 2019 werd het euvel verholpen: hij kreeg een nieuwe hartklep, van een koe.

Soms sijpelt er iets van zijn turbulente leven door in zijn songteksten, maar “liever praat hij niet over deze shit”, zei Crockett vorig jaar in een interview met het Amerikaanse magazine Texas Monthly. “Veel mensen kunnen niet geloven dat dit allemaal gebeurd is en proberen te achterhalen hoeveel van mijn verhaal ik heb verzonnen. Wat mij betreft mogen ze hun gang gaan.”

Charley werd geboren in 1984 in San Benito, een plaatsje in het zuidoosten van Texas, vlakbij de Mexicaanse grens. Zijn eerste jaar bracht hij door in een trailer in de kustplaats Port Isabel met zijn moeder, vader, grootmoeder en een halfbroer en halfzus die zo’n tien jaar ouder waren dan hij. Na de scheiding van zijn ouders verhuisde het gezin naar de rietvelden en grapefruitboomgaarden in het nabijgelegen Los Fresnos. Geld was schaars, maar muziek was er in overvloed. Via zijn moeder hoorde hij alles, van Billie Holiday en Carole King tot Bob Dylan en Harry Connick Jr., en op straat leerde hij de lokale muziek kennen.

Tijdens zijn tienerjaren bracht Crockett de zomers door bij een oom in New Orleans, een kok in de Franse wijk. Daar verbreedde zijn muzikale smaak zich naar crooners uit het bigbandtijdperk en de swamppop en hot jazz die hij op straat hoorde. Toen hij zeventien was, kocht zijn moeder zijn eerste gitaar voor hem in een pandjeshuis. Hij leerde zichzelf op gehoor spelen. Op een landerige middag nam hij de gitaar mee naar een park, vond een bankje onder een schaduwrijke boom en begon wat licks te plukken. Een voorbijganger zag hem aan voor een werkende muzikant en gooide kleingeld in zijn gitaarkoffer. Het zou nog jaren duren voordat Charley straatoptredens zag als een uitweg uit de armoede, maar het zaadje was geplant.

Maar eerst kwam er nog een krankzinnige aandelenfraudekwestie waar de 19-jarige Charley was ingerommeld door zijn halfbroer. Die deed hem bijna in de gevangenis belanden. Zijn broer werd uiteindelijk veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf. Charley – jong, geloofwaardig en naïef – slaagde erin om gevangenisstraf te vermijden. De affaire hakte er behoorlijk in. Tien jaar lang kon hij geen bankrekening openen. Dat dreef hem de straat op. De jonge Charley ging liedjes schrijven en op straathoeken staan voor de kost. Hij begon te hoboën, zoals hij het noemt, stuiterend tussen Dallas, New Orleans, Noord-Californië en, uiteindelijk, New York. In het begin was hij bang dat hij niet wist waar hij zou slapen “maar uiteindelijk besef je dat de zon blijft opkomen”.

In 2009 bood een Deense jazzzanger Crockett aan om in zijn appartement in Kopenhagen te verblijven. Charley accepteerde het aanbod, verveelde zich na een paar maanden en vertrok naar Parijs. Iemand in de trein vertelde hem dat hij naar Montmartre en de Sacré-Coeur moest gaan. Op de trappen mocht hij meedoen met de zigeuners die daar speelden. Een local die hem in zijn flat liet logeren, leende hem een laptop en Charley nam tien nummers op die hij brandde op blanco cd’s. Hij knipte foto’s van modellen uit een Frans modeblad en gebruikte ze als cover art, waarna hij de cd’s voor vijf euro verkocht.

Na een jaar in Parijs maakte Charley een ritje naar Marokko, om uiteindelijk in een dorp in het Atlasgebergte te belanden. Hij bracht er ongeveer zes maanden door, werkte op het land in ruil voor een kamer, luisterde naar Berberse volksmuziek op AM-radio en bespeelde banjo’s met één snaar gemaakt van kalebassen en stokken. Een krankzinnige cultuurshock. Maar de cultuurschok bij terugkeer in New York in 2011 was nog veel gekker. Het leven in het Atlasgebergte voelde echt en tijdloos, terug in Brooklyn trof hij hipsters aan die zich uitsluitend met mode bezighielden. Een goede reden voor Crockett nóg meer voor de muziek te kiezen.

Met een jonge rapper speelde hij in metrowagons, in New Orleans ontmoette hij een trompettist die hem leerde hoe je serieus geld kon verdienen op straat: zie er netjes uit en speel herkenbare traditionals. Nadat hij het combo The Trainrobbers had gevormd, werden de zaken voor het eerst echt serieus aangepakt. Ze deelden flyers en mixtapes uit en lieten video’s maken. Het bleef niet onopgemerkt. Een platenmaatschappij toonde interesse maar Crockett blies de deal af, bang om zijn onafhankelijkheid te verliezen. Het betekende tevens het einde van The Trainrobbers. Charley vertrok naar Noord-Californië, vastbesloten om genoeg geld te sparen om zelfstandig een plaat te produceren. Hij vond werk op een wietkwekerij, maar verdiende daarmee niet genoeg om zijn carrière op gang te krijgen. Dus werd hij drugsrunner. Totdat hij werd aangehouden met zes pond wiet in de achterbak. Na een maand in de gevangenis kwam hij op borgtocht vrij en ging aan de slag met zijn eerste album.

A Stolen Jewel uit 2015 is een weergave van zijn sets op straat, een bluesy, jazzy mix van akoestische covers en originelen. Charley drukte vijfduizend cd’s en verhuisde terug naar Dallas. Hij verruilde de straat voor kleine podia en langzaamaan begon hij naam te maken. Een jaar later verscheen In the Night, dat een heel andere Crockett laat horen. Een naadloze mix van de Tex-Mex waarmee hij opgroeide en country en blues.

De jaren daarna werd Charley een toermachine. Hij speelde 280 shows per jaar met de Blue Drifters, zijn nieuwe begeleidingsband. Op zijn platen verraadde de muziek – die hij Gulf and Western was gaan noemen – nog steeds zijn invloeden. Tegenwoordig geldt Crockett als een groot vernieuwer van de country. Iets wat hem zelf nog het meest verbaast. “Ik had nooit gedacht dat ik een countryartiest zou worden genoemd. Uiteindelijk heb ik me er maar bij neergelegd, want zo noemden ze me.”

Hoe goed hij ondertussen is, blijkt wel uit het feit dat hij voor de belangrijke Americana Honors & Awards, die op 20 september uitgereikt worden in Memphis, genomineerd is in drie van de zes categorieën: album van het jaar, song van het jaar en artiest van het jaar. Zijn unieke mix van country, blues, Southern soul, Tex-Mex en oude Storyville-stijlen hebben hem eindelijk de erkenning gebracht waar hij op uit was. Als hij die nominaties weet te verzilveren zal hij daar niet bij zijn: de uitreiking vindt plaats tijdens zijn Europese tournee. Na zijn optreden in Groningen reist hij door naar Duitsland en Scandinavië.

Want spelen is belangrijker dan wat dan ook.

Artikel uit het SPOT Magazine Nr. 1 door Luuk Verpaalen