Schrijfster Janneke Schotveld over Superjuffie

Schrijfster Janneke Schotveld over Superjuffie

Nieuws

Interview: Rob Kasteleijn
Tekeningen: Annet Schaap
Foto: Keke Keukelaar

De veelbekroonde Superjuffie- boeken van Janneke Schotveld zijn al lange tijd razend populair. Na de Pluim van de Kinderjury en een eigen bioscoopfilm komt juf Josje op 6 februari naar de Stadsschouwburg Groningen gevlogen. Op het eerste gezicht is juf Josje een heel gewone juf, maar als er een dier in nood is verandert ze in Superjuffie. Zodra ze een hap van haar krijtje neemt, krijgt ze superkrachten en schiet ze als een groene tornado door de lucht, op weg naar een nieuw avontuur.

Janneke Schotveld stond zelf nog als juf voor de klas toen in 2007 haar eerste boek verscheen. Vanaf dat moment plopte het ene na het andere verhaal op in haar hoofd. In 2011 verscheen het eerste deel van Superjuffie, een jaar later zei Janneke haar klas vaarwel en werd fulltime schrijver.

Hoe is Superjuffie ontstaan?
“Dat gebeurde heel plotseling, in de trein van Den haag naar Utrecht. Ik was net naar de Kinderboekenmarkt geweest en daar was mij gevraagd of ik een verhaal wilde schrijven voor een nieuwe bundel over school. Daar zat ik over na te denken toen Superjuffie zomaar ineens, pats, mijn hoofd invloog. Een juf die dieren redt. Ik wist ook direct dat daar meer dan één verhaal in zat.”

In de negen delen die er tot nu toe zijn verschenen neemt Superjuffie het bijvoorbeeld op tegen stropers, ze gaat aan de slag met de plastic soep in zee en in het laatste deel ontfermt ze zich over koala’s die gewond zijn geraakt door bosbranden. Is dat voor jou ook een manier om, als ex-juf, kinderen bewust te maken van bepaalde misstanden?
“Dat vind ik een lastige vraag, ik heb daar eigenlijk geen eenduidig antwoord op. Het allerbelangrijkste dat ik wil is verhalen schrijven die leuk en spannend zijn om te lezen. Ik wil kinderen ook helemaal geen richting opduwen. Als je de wereld echt wilt veranderen, moet je de politiek ingaan. Tegelijk ben ik natuurlijk zo uitgesproken dat je ook niet om de achterliggende boodschap heen kunt. Maar het begint bij wat mij bezighoudt, dat belandt in mijn verhalen. En ja, een Superjuffie die het opneemt voor dieren, daar kan ik veel van mijzelf in kwijt.”

Jij ziet dus op tv een item over koala’s die worden getroffen door afschuwelijke bosbranden in Australië en dan laat jij Superjuffie in actie komen?
“Ja precies. Ik kreeg toen dat eind 2019 in het nieuws was best veel mailtjes: kom naar Australië en help de koala’s. Ik kan echter niet zo maar even in het vliegtuig stappen en daar heen gaan, maar voor Superjuffie is dat geen probleem.”

En zaken als de megavarkensstallen of de klimaatcrisis: is dat ook iets waar Superjuffie voor in de bres zou kunnen springen?
“Ik probeer de verhalen altijd klein en behapbaar te houden. De bio-industrie is voor mij persoonlijk een groot punt, maar voor Superjuffie is dat te groot. Dat probleem kan zij nooit in haar eentje oplossen. In Superjuffie in de soep komt ze op haar manier in actie tegen al het plastic in zee, maar het moet absoluut niet activistisch of politiek worden. Het zijn avontuurlijke verhalen met personages waarin je je als kind kan inleven.”

Misschien heeft een schrijver wel meer invloed dan een politicus.
“Ja dat zou kunnen, dat weet ik niet. Kinderen houden natuurlijk ook gewoon van dieren. Dus die vinden het heel normaal dat Superjuffie het voor dieren opneemt. En kinderen kunnen natuurlijk zelf ook heel goed bedenken dat varkens, net als honden en katten, gewoon hele lieve dieren zijn.”

Ik las vroeger strips van superman en spiderman. en nu lezen kinderen jouw boeken. waarom hebben kinderen – en misschien ook volwassenen – volgens jou behoefte aan helden?
“Bij Superjuffie is de wereld waarin zij leeft heel herkenbaar. Alles en iedereen om haar heen is heel normaal. Juf Josje is eigenlijk best verlegen, maar als Superjuffie durft ze alles. Dan wordt het magie en dat is waar we stiekem allemaal een beetje behoefte aan hebben. Want kunnen vliegen en praten met dieren, wie wil dat nou niet?”

Wanneer begon het schrijven voor jou?
“Ik schrijf sinds ik kan schrijven. Als kind vond ik het heerlijk om verhalen te verzinnen. op een bepaald moment merkte ik echter dat het wel heel veel tijd in beslag nam. Ik stond voor de klas met alles wat daarbij komt kijken, gaf workshops op andere scholen en in mijn vrije uren schreef ik. Eerst dacht ik nog: ik moet misschien een dag minder lesgeven. Maar het werd gewoon te veel. Dus heb ik de keuze gemaakt om fulltime schrijver te worden.”

In 2018 verscheen Superjuffie in de bioscoop. Hoe was dat?
“Dat was natuurlijk een hele grote eer en tegelijk ook best spannend. Want iemand gaat er toch met jouw verhaal en personage vandoor. Hoewel ik dat ook wel weer goed uit handen kan geven. Ik vond het ook gewoon hartstikke leuk dat er zo enthousiast werd gereageerd op Superjuffie.”

Hoe gaat dat eigenlijk? Heb je een bepaalde vorm van – hoe moet ik dat noemen – inspraak?
“Ik heb meegelezen met het script. Je kunt een boek nou eenmaal niet een-op- een omzetten naar een film, dus zul je het verhaal hier en daar moeten aanpassen. Voor de filmversie werden bijvoorbeeld eigen dialogen geschreven, maar ik heb er wel heel goed opgelet of die pasten bij hoe ik mijn personages zie. Alles ging overigens in goed overleg, ik was ook heel erg blij met het resultaat.”

Hoe vaak heb je de film inmiddels al gezien?
“Ik denk drie keer. valt best mee toch? Ik lees mijn boeken ook niet de hele tijd hoor haha… ik kijk af en toe of de film nog op Netflix staat, gewoon even het begin afspelen. Maar de première destijds, ja dat was natuurlijk heel bijzonder.”

Ben je ook nauw betrokken geweest bij de theatervoorstelling die De toren van geluid van Superjuffie heeft gemaakt?
“Ook nu heb ik meegelezen met het script. Maar wat ik al zei: ik geef het ook makkelijk uit handen en gluur vanaf de zijkant een beetje mee. Ik vind het echt superknap hoe ze met z’n drieën alle rollen spelen. Toen ik dat van tevoren hoorde dacht ik: hoe dan? Maar dat doen ze supergoed, als kijker ga je moeiteloos mee in het verhaal. Ik vind de liedjes ook heel erg leuk. Verrassend, want ik ben normaal gesproken niet zo van de liedjes.”

Ben je al druk bezig met het tiende deel van superjuffie?
“Er komt zeker een tiende deel, maar ik ben nu heel druk met iets anders.”

Klinkt spannend. mag je daar iets over zeggen?
“Haha eh, nee sorry. Het wordt een kinderboek. Meer zeg ik niet.”