Een vrouw met krullend haar, gekleed in een donkere trui, kijkt serieus in de camera tegen een groene achtergrond.

Regisseur Liliane Brakema over ‘Isotopia’

Nieuws

Het is het jaar 2034. Bas en Valerie wonen in hun auto, sinds ze door de economische crisis hun huis en baan zijn kwijtgeraakt, net als vele anderen. Ze hebben de hoop op een betere toekomst al opgegeven, wanneer ze plotseling de kans krijgen om een nieuwe start te maken op een eiland, in een idealistische samenleving  gebaseerd op veiligheid en transparantie. Hun nieuwe leven begint als een droom, maar ontwikkelt zich tot een hallucinante nachtmerrie, waarin Bas en Valerie langzaam maar zeker hun intuïtie verliezen aan de technologie.

Al sinds 1984 van Orwell is de technologische sciencefictionthriller een levendig genre in de literatuur, maar tot het theater is het nog nauwelijks doorgedrongen. Regisseur Liliane Brakema waagt zich eraan en schiet raak. Isotopia werd meer dan lovend ontvangen: vier ballen in NRC en vijf sterren in Trouw, met de toevoeging dat Brakema “wederom toont dat zij tot de belangrijkste theatermakers van ons land mag worden gerekend.” In 2016 werd haar voorstelling De Wilde Eend uitgeroepen tot beste voorstelling op het Nederlands Theaterfestival en sindsdien blijven haar producties opvallen vanwege hun fysieke beeldtaal en engagement. De afgelopen vijf jaar was ze als maker/onderzoeker verbonden aan het Noord Nederlands Toneel en regisseerde o.a. de grote-zaalvoorstelling Oo Wanja, die als theaterfilm is uitgezonden op NPO en onlangs werd vertoond op het Wuzhen festival in China. Isotopia is de eerste volledig zelfstandige voorstelling van haar eigen gezelschap &Brakema.

Meestal maak je in je voorstellingen gebruik van bestaande werken van bekende toneelschrijvers –Tsjechov, Pinter, Beckett – waar je een betekenislaag aan toevoegt. Maar dit stuk heb je zelf geschreven?

“Deels. We hebben het collectief gedaan. Het verhaal is geïnspireerd op het boek The Heart Goes Last van Margaret Atwood (tevens auteur van The Handmaid’s Tale, red.). Eigenlijk gebruik ik maar één gegeven uit het boek: een stel dat vanuit een uitzichtloze situatie in Isotopia terechtkomt, met de meest extreme consequentie van dien. Bij Atwood is Isotopia een dictatoriaal systeem waarin je voortdurend in de gaten wordt gehouden, door iemand met slechte bedoelingen. Bij ons doen de mensen het zichzelf aan, vrijwillig. Het systeem staat voor veiligheid en transparantie, dingen waar iedereen in gelooft. Maar de zelfsurveillance wordt zo ver doorgevoerd dat de situatie volledig uit de hand loopt. De beste bedoelingen geven uiteindelijk niet altijd het beste resultaat.

Mijn werk gaat vaak over het spanningsveld tussen hoofd en lichaam We moeten de hele tijd van alles van ons hoofd – en in dit geval dus van het systeem – maar we hebben ook ons lichaam, waar de intuïtie zit en de speelsheid, de liefde, de rust, de adem. Daar raken de personages in de voorstelling steeds verder van verwijderd. Ook raken ze steeds meer geïsoleerd van elkaar. Isotopia zie ik als een samentrekking van utopia en isolement.”

De voorstelling begint met de woorden: ‘Achteraf is het makkelijk praten’. Vervolgens ontvouwt zich het verhaal in een flashbackconstructie. Waarom heb je voor dievorm gekozen?

“Een andere inspiratiebron voor deze voorstelling was een trailer van een documentaire over Brunhilde Pomsel, secretaresse van naziminister Goebbels. Ze is 105 in de documentaire, ze zit in het donker en vertelt hoe zij de dingen destijds heeft beleefd. Die vrouw is natuurlijk medeverantwoordelijk voor heel veel doden, maar als je haar hoort praten, dan is ze ergens ook heel onschuldig. Ze zegt, niet met zoveel woorden: achteraf is het makkelijk oordelen, er middenin zit… de tijd was anders, je wist niet alles, mijn vriendinnen deden dit en dat… Ze vertelt het op zo’n manier dat je erin mee kunt.

Isotopia gaat ook over verantwoordelijkheid. Kun je verantwoordelijk worden gehouden voor de keuzes die je maakt? Ik ben afgelopen zomer, geheel tegen mijn principes in, op vakantie gegaan met het vliegtuig. En ik koop wel eens een rompertje bij de H&M. Ik weet wel dat ik maar een heel klein radertje ben in het geheel, maar het heeft wel invloed. Hoe komt het dat we zoveel dingen doen waarvan we weten dat ze niet oké zijn? Uit gemakzucht, omdat we haast hebben, omdat de wereld voortdurend onze aandacht vraagt. En omdat we met ons hoofd dingen goed blijven praten.

Als ik straks 105 ben en net als Brunhilde met een camera op mijn hoofd moet vertellen waarom ik heb gedaan wat ik heb gedaan, dan zou ik óók de tijdsgeest erbij halen en zeggen: maar zo deden we het toen allemaal. We wisten het niet. Of nou ja, we wisten het wel, maar we wisten niet wat we eraan moesten doen. Dat mechanisme probeer ik te laten zien in de voorstelling. Zonder moraliserend te zijn. Ik doe in mijn werk nooit een eenduidige uitspraak. Want dan schrijf ik wel een opiniestukje, dat kost een stuk minder geld en inspanning. Het gaat om de complexiteit van de dingen, die wil ik voelbaar maken. Ik denk dat theater een plek is waar je de dingen lichamelijk kunt ervaren, waardoor het anders binnenkomt.”

‘Isotopia’ is een beklemmend verhaal over hoe intuïtie het verliest van technologie

-Trouw ★★★★★

De nachtmerrie van leven in een surveillancestaat is voelbaar in ‘Isotopia’

-NRC ★★★★

Geslaagd sciencefictiontheater

-de Volkskrant ★★★★

Ik las dat je in deze voorstelling af en toe de focus laat verspringen tussen de personages en de acteurs. Wat is de functie daarvan?

“Theater is voor mij niet: kom kijken naar mijn statement, wij doen ons trucje, en dan gaan jullie klappen. Het is een moment waarop toeschouwers en acteurs een ruimte delen en met z’n allen iets kunnen ervaren. De acteurs maken contact met het publiek, niet door zich rechtstreeks tot hen te richten, maar wel door bijvoorbeeld af en toe even buiten de toneelvloer te stappen.’’

Je voorstellingen zijn meestal heel fysiek. Is beweging hier ook weer zo belangrijk?

“Ja. Ik heb zelfs even gedacht dat ik een choreograaf wilde. Maar toen ook weer niet. Want de beweging is zo onderdeel van het spel, het is geen choreografie die je er even in kunt passen. Ik ben uiteindelijk geholpen door de Portugese danseres Maria Ribas. Ze snapt mij goed en kan mijn ideeën heel snel fysiek vertalen. En ze wil geen choreograaf genoemd worden, dus dat kwam goed uit. We zijn eerst gaan zoeken naar een ‘staat van zijn’, vanuit het lichaam. We probeerden de acteurs in de juiste staat te brengen, om de beweging echt van binnen naar buiten te laten komen. Maar dat werd een beetje amateuristisch. Het publiek wil ook wel iets wat vet is om naar te kijken, dus toen zijn we toch maar een beetje gaan choreograferen.
Ik heb tijdens het repetitieproces weer zoveel geleerd over de kracht van het lichaam. De lijven wisten heel goed wat ze wilden. Er gebeurden vaak dingen die we niet zo bedoeld hadden, maar die zo raak waren. We hebben af en toe gewoon samen zitten huilen.”

Is het een reëel scenario, denk je? Gaan we als mens het lijntje tussen hoofd en lichaam kwijtraken? Verliezen we onze ziel aan de technologie?

“De oplossing zit in de intuïtie. In de verzachting. Als je dat maar genoeg ruimte geeft, dan heb ik veel geloof in de mensheid. Maar als we het verstikken met systemen, met wat we allemaal moeten van onszelf en hoe productief we moeten zijn, dan heb ik een stuk minder hoop. Florian, de dramaturg, zei het laatst wel mooi. Hij zei: je hebt werktijd en vrije tijd. Maar die vrije tijd is eigenlijk alleen om je weer op te laden voor het werk. Er is nog een derde vorm: de eigen tijd. De tijd om bij je lichaam en je intuïtie te komen en de ruimte te vinden om echt je gedrag te veranderen. Daar hebben we meer van nodig.”

De acteurs zijn Ali-Ben Horsting en Anna Raadsveld. Je hebt eerder met hen beiden gewerkt in Oom Wanja. Maar ik lees dat Anna halverwege de tour wordt vervangen door Wendell Jaspers. Waarom?

“Anna gaat met zwangerschapsverlof. Toen ze vertelde dat ze zwanger was, moest ik even schakelen. Ik zei: ‘Ik ga dit weekend eerst alleen maar blij zijn voor je, daarna kijken we wel hoe we het oplossen.’ Het was snel duidelijk dat Wendell haar zou vervangen; we kennen elkaar, ze snapt mij. Dit is mijn eerste eigen productie; we hebben helemaal geen geld om iemand helemaal nieuw in te spelen. Ons decor bestaat ook maar uit een tafel en drie stoelen… (lacht) … ik besef enorm wat een weelde het is om ook onder de vleugels van het Noord Nederlands Toneel te werken.

Ik vind het eigenlijk wel heel mooi, zoals het is gegaan. Sowieso omdat ik vind dat zwangere vrouwen moeten kunnen werken en daarin beschermd moeten worden. Maar ook omdat ik denk dat mensen onder invloed van extra hormonen echt iets kunnen toevoegen. Daar waren er trouwens veel van, van die extra hormonen, want ik verwacht zelf ook een (tweede) kindje. Na deze productie ga ik er een heel kalenderjaar tussenuit. Ik heb de afgelopen jaren zo hard gewerkt, ik heb behoefte aan die ‘eigen tijd’, om bij mezelf te komen en nieuwe plannen te maken.”