Jeroens Clan over ‘Tere Zieltjes’
“Een goede grap mag keihard zijn”
Brabant telt nogal wat grote cabaretnamen: Theo Maassen, Hans Teeuwen, Ronald Goedemondt, Henry van Loon en ga zo maar door. Als de verwachtingen uitkomen, mogen we Jeroens Clan ook aan dat rijtje toevoegen. In 2018 was het trio – Bram Kroon, Jip de Poorter en Matthias Tuns – finalist op het Leids Cabaret Festival. Verliezend finalist weliswaar, maar dat het geen tere zieltjes zijn bewezen de mannen door gewoon keihard verder te werken aan wat inmiddels een veelbelovende debuutshow mag worden genoemd. Drie Brabantse jongens met een iets te grote bek brengen een avond vol snelle scènes, rauwe liedjes en scherpe grappen.
Bram, Jip en Matthias zijn na de repetitie – de show moet na de zomerstop weer even worden opgefrist – alle drie aangeschoven voor een telefonisch interview. Dus wie nou precies wat zegt laten we voor het gemak maar even in het midden.
Tere Zieltjes is jullie debuut, maar jullie staan al vanaf de middelbare school samen op het podium. Dat klinkt als een gevalletje hele lange aanloop.
“We zijn inderdaad begonnen op het open schoolpodium, maar dat mag eigenlijk geen naam hebben. Dat is meer een leuk weetje voor nu. In 2009, toen we zestien waren, hebben we voor het eerst aan een cabaretfestival in Brabant meegedaan. Gewoon omdat we nieuwsgierig waren of, behalve onze ouders, vrienden en docenten, het echte publiek het ook leuk zou vinden. We wonnen de publieksprijs en werden daarna regelmatig gevraagd voor korte line-up shows. Dat heeft een hele tijd geduurd, totdat we in 2018 de finale haalden van het Leids Cabaret Festival. Toen konden we echt los.”
Even over jullie groepsnaam: wie is Jeroen eigenlijk?
“Dat is Jeroen Rietbergen, maar die naam ligt wat gevoelig de laatste tijd. Dat is wel een beetje een dingetje.”
Laten we het dan snel over jullie voorstelling hebben. Wat is in een paar woorden de rode draad van Tere Zieltjes?
“We kunnen in onze samenleving niks meer van elkaar hebben. Wij willen dat doorbreken. We kennen elkaar al twintig jaar en kunnen alles tegen elkaar zeggen. De vraag is of je dat altijd moet willen, maar het kan wel. Alles wat er in onze levens gebeurt kan ook materiaal voor onze voorstelling zijn.”
Is onze samenleving overgevoelig?
“Nou ja, onze generatie kan er zeker wat van. Van die millennials die over van alles en nog wat lopen te zeuren en te mauwen. Over dingen waarvan wij denken: hier hoef je dus écht niet zo’n punt van te maken. Ik heb het idee dat mensen zelf vaak een probleem hebben, maar verwachten dat de rest van de wereld zich daaraan aanpast. Zo werkt het natuurlijk niet. Het is gewoon jouw probleem. En misschien is het heel goed om daar af en toe mee te worden geconfronteerd. Dan leer je nog eens wat over jezelf.”
Het is natuurlijk wel zo prettig als mensen een beetje rekening met elkaar houden.
“Natuurlijk is het harstikke goed dat we een beetje rekening met elkaar proberen te houden. En natuurlijk is het hartstikke goed dat onze samenleving inclusiever wordt. Maar soms slaat het wel een beetje door. Dan worden individuele problemen opgeblazen tot hele grote issues. Inclusiviteit is geen recht, het is een soort gunst waar je blij mee moet zijn. Er staat nergens in de grondwet dat iedereen de godganse dag rekening met jou moet houden. Kijk eens om je heen: er lopen naast jou nog dik zeven miljard mensen op de wereld rond.”
Eigenlijk heb je het dan over het verschil tussen fijngevoelige mensen en overgevoelige prinsjes en prinsesjes.
“Ja en met al die overgevoeligheid drijven wij dus de spot. En misschien ook wel met onszelf. Want we roepen natuurlijk heel hard dat we nooit gekwetst zijn….
… maar na een finale met lege handen naar huis gaan is toch ook wel even slikken?
“Ja toen waren wij gekwetst hahaha. Iemand zei na afloop: jullie hebben op zes punten na niet de publieksprijs gewonnen. Dan denk je: shit, hadden we onze ouders toch moeten vragen strategisch te stemmen. Maar goed, daarna ga je het hele land door met de Finalistentournee, veertig voorstellingen. Dan doet het er niet zoveel meer toe. Dan is het gewoon veertig keer knallen. Je in de kijker spelen bij publiek en programmeurs. We hebben vorig seizoen zeventig avondvullende shows gedaan. Er zijn niet veel debutanten die ons dat na kunnen zeggen. Natuurlijk is dat niet alleen onze verdienste. We hebben een keigoed management en programmeurs moeten ook het lef hebben om te denken: oké, ze vielen niet in de prijzen, maar ik vind dit wel zo goed dat ik het in mijn theater wil hebben staan.”
Bestaat er eigenlijk zoiets als typisch Brabantse humor?
“Ja, maar het zit ‘m meer in de sfeer dan in een bepaald type grap. Het heeft denk ik ook te maken met carnaval. Dat je elkaar op de hak neemt, maar dat iedereen weet: het is een grap. Brabanders nemen zichzelf ook niet te serieus. Brabanders bezitten een gezonde portie zelfspot.”
Theaterkrant noemde jullie show ‘door en voor mannen’. En voegde er aan toe: ‘Vrouwen, laat deze lekker schieten.’ Moet er een disclaimer bij de aankondiging: vrouwen op eigen risico?
“Nou, een andere recensent schreef dat het juist wél leuk is voor vrouwen. We hebben die quotes ook allebei bovenaan op de poster gezet. ‘Mensonterend cabaret voor en door mannen’. En: ‘Ook leuk voor vrouwen’. Dan kunnen mensen zelf kiezen of ze het risico willen nemen om aan het eind van de voorstelling totaal gekwetst naar buiten te komen. Ik ben het in principe helemaal eens met wat er over ons is geschreven in recensies, ook met de recensie in Theaterkrant. Wat ze schreef was ook helemaal niet negatief. Zij snapte heel goed wat er op het podium gebeurde en sloeg eigenlijk de spijker op z’n kop. Alleen dat laatste zinnetje, alsof ze toch nog even met een sneer wou afsluiten. Blijkbaar was het gewoon niet haar humor.”
Zit er een grens aan een grap?
“Nee. Nou ja, een grap moet leuk zijn. Als het niet leuk is, is het geen grap. Maar dan mag je het van mij nog steeds zeggen hoor.”
Leuk of niet leuk is natuurlijk heel subjectief.
“Je hoort tegenwoordig om de haverklap: je mag ook niks meer zeggen. Met zo’n uitspraak zet je jezelf buitenspel, dan kun je blijkbaar niet mee in deze tijd. Wat ons betreft mag je alles zeggen, alleen moet je er dan ook tegen kunnen als je daar reactie op krijgt. Het dwingt ons ook om na te denken over een grap. Komt onze bedoeling over? Lacht het publiek niet om de verkeerde reden? Zo ja, dan zit het gewoon niet slim genoeg in elkaar. Dan moet je het aanscherpen. Of het is gewoon geen goede grap. Maar als een grap echt goed is, dan mag die wat ons betreft zo hard zijn als je maar wilt.”
